Ja, wat ik dáár niet heb beleefd,
in al die oppashuizen!
Van een c.v. die het begeeft,
tot een colonne muizen !

Ook trof ik eens een beestenboel:
Kippen, een geit, konijntjes.
En, went'lend in de modderpoel,
genoot een hangbuikzwijntje !

Eens was de geit de stal ontsnapt.
Ze vond dit aangenamer:
Nam links en rechts een flinke hap
van planten in de kamer !

Het Amerongse heuvelland,
't kasteel, de uiterwaarden;
de Schoorlse duinen en het strand....
Ach, zóveel moois op aarde!

Die oppastijd - ik heb 't gevierd !
En 'k heb er van genoten.
De bossen, heide, de rivier,
de zee, zonovergoten.

En wáár ik kwam, vond 'k telkens weer,
in "lage" en "hoge" kringen,
de vreugd' om tot Gods lof en eer,
sámen voor Hem te zingen.

Díe eenheid, die je sterk beleeft,
tussen geloofsgenoten.
Want waar men God de glorie geeft,
wordt niemand uitgesloten.