Jij kleintje, zo bedoeld voor 't aardse leven
Zo verlangd, zo welkom en verwacht
De vreugde, die je nu al bracht
En het verdriet, je was al zo met ons verweven

Wij mochten jou al voelen, met je spreken
Je was al zo een deel van ons gezin
Al voor j'er was gekoesterd en bemind
Je gaf ons zelf een eerste levensteken

We hebben jou zelfs ook een naam gegeven
En nooit zal er een ander voor jou zijn
Jouw naam zal eerst genoemd in pijn
En later als ons engeltje voortleven

Ons engeltje, voor altijd heb j'ons hart geraakt
Jij sprankje onschuld, hemels lichtje
Jouw onvergetelijk en lief gezichtje
Zo door Gods eigen hand gemaakt

Marian van der Veen-Niemeijer