Arenden zwevend
in brede vlucht,
ik kijk ze na,
verlangend ... zucht:
Kon ik maar vliegen,
zoals zij,
dan was ik altijd
vrij en blij.
Zwevend over
stad en land,
neerstrijkend op het
vlakke strand,
ik zou dan komen,
en weer gaan,
ja, onbezorgd
was mijn bestaan.

Let op de vogels
in de lucht,
zou God niet zorgen
in jouw vlucht,
die boven alles
uit zal gaan,
waar ook jouw voeten
zullen staan.
Zijn armen zijn
toch onder jou?
Hij zal er zijn
vol liefd' en trouw,
zweef nu maar
als vogel, blij,
want Jezus Die
maakt werk'lijk vrij!

Mattheüs 6:26 - Jesaja 40:31,
Deuteronomium 33:27 - Johannes 8:36