In de wijngaard van de Vader,
zie ik vele planten staan,
kleine, grote, volle ranken,
’t is een lust er langs te gaan.

Alles spreekt van goede zorgen,
alles is op tijd gesnoeid,
dode ranken weggenomen,
’t onkruid wordt er uitgeroeid.

Altijd is de Vader bezig,
van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat,
elke plant heeft zo zijn eigen zorgen,
maar…Híj weet waar ieder staat.

Soms moet de één wat extra’s hebben,
de ander moet soms meer in ’t zicht,
een kleintje moet wat groeistof hebben,
een slechte groeier meer in ’t licht.

Zo loopt de Vader langs Zijn ranken,
of ze groot zijn of nog klein,
alle ranken mogen weten,
dat ze van de Vader zijn.

Het kleine rankje in het hoekje,
met zijn ene kleine tros,
weet zich toch geborgen bij de Vader,
want de Vader laat hem nooit meer los.

Ook de grote rank vol druiven
moet het hebben van Zijn Heer,
van zichzelf kan hij niet groeien,
dat moet hij leren, keer op keer.

Zo groeit de wijngaard vol met planten,
de Vader poot er telkens bij,
soms zijn het slechts alleen nog zaadjes,
maar….in de hemel is men blij.


maart 1998