HEER,
altijd weer
kijk ik
naar het
sierappeltje;
haar
broze bloesem,
groene groeien,
rode rijpen,
en de merels
die lievelustig
eten,
zich te goed doen
aan overvloed
in wintertijd.

HEER,
mag mijn leven
zoals dit
sierappeltje
zijn;
geloofsvruchten
die groeien
onder uw zon,
overvloed van
genade
in wintertijd.