Wat doe ik anders dan mijn plicht?
Maar ik ben nog zo resultaat gericht
dat ik gauw ontmoedigd zwicht
voor de leugen die een duister licht
werpt op gehoor geven aan weer een uitnodiging
die ik zo verrukt en ontdaan van Je ontving.

Verbaasd als een kind, een kleine meid,
omdat Je mij, lieve Jezus, in al mijn nietigheid
en onvolkomen zijn zo wil kennen
dat Je me steeds meer toevertrouwt,
Je weg voor mij steeds meer ontvouwt:
ik sta versteld, ik ben perplex,
want dan kom Je weer met zo iets geks.

Maar iedere keer dat ik gehoorzaam ben
ervaar ik dat ik Je steeds beter ken
en Jij gekend wil zijn, mij bemint en dat laat merken
door steeds duidelijker vragen om Jouw werken
te verrichten, dag aan dag,
en onweerstaanbaar breekt de lach
op mijn gezicht, die ik verborg,
bevreesd voor tijden dat moeite en zorg
mijn blik zouden verduisteren
en ik Je maar zou ontluisteren.

Laat mij alles maar laten gebeuren
zonder positief of negatief in te kleuren.
Alles wat mij ooit zo tegenzat,
vervulde van verdriet en pijn,
gebruik Je nu, mijn lieve schat,
mag juist tot zegen zijn.

Je haalde de angel uit mijn wezen,
droogde elke traan en heelde elk verdriet.
Ik mag Je Openbaring lezen,
wat toekomst lijkt en in het verschiet,
dat is, als ik heel helder kijk,
reeds hier en nu Je Koninkrijk.

2008 (Romeinen 8:28)