Wat zouden mensen opzien
zo van, wie had gedacht
dat had men nooit verwacht
En dan steeg ik in aanzien
 
Trots hoorde ik ze praten
Wat is die man toch goed, zeg
geeft zomaar al z’n geld weg
‘t Weerklonk door alle straten
 
Van Petrus, mooie woorden
die zou mij vast wel danken
maar ‘t waren and’re klanken
 en het láátste wat ik hoorde
 
Ze zouden mij benijden
een toonbeeld zou ik zijn
een toonbeeld. Schone schijn
God laat zich niet misleiden
 
Help and’ren, zonder dat
er eer mee valt te tonen
God zelf zal dan belonen
met d' allergrootste schat