Heel langzaam komt een roodgouden gloed
uit het oosten opzetten tegen de nog donkere lucht.
Even later verschijnt een lichtende bol
stralend boven de bomen.
Zilveren randen om de wolken en
gouden penseelstrepen daar tussendoor.

Wordt wakker! Kijk !.

Licht dat de duisternis opheft en
mensen vrolijk de dag laat ingaan.
Licht dat zijn stralen weerkaatst in de dauwdruppels
en er diamenten van maakt,
er talloze kleurfacetten in tovert.
Alles komt tot leven.

In zijn weldadige warmte gaat de mens aan het werk.
Koeien beginnen te grazen
Vogels heffen hun loflied aan,
pauzerend op het heetst van de dag
om later door te gaan tot de zon ondergaat.

Het wordt weer nacht.
De mensen overdenken de afgelopen dag.

Heeft God de zon niet geschapen als lichtend
voorbeeld van hemzelf?
Zei Hij niet: Ïk ben het licht van de wereld?"
Deze wereld gaat voorbij samen met de zon.
Dan vervult God Zijn belofte:
Ikzelf zal de mens verlichten.

Wat een stralende dag zal dat zijn!