Zie je die blauwborst op de paal,
hij heeft zijn staart in opvouwstand
en wacht tot hij het vrouwtje ziet
dan zingt hij voluit en charmant
zijn mooiste spreidstaartmelodie.
Dan vlamt het roestoranje
boven de brede zwarte rand,
wat is hij mooi geschapen,
ik zie hierin Gods hand.

Hoor je die blauwborst op de paal,
hij imiteert een merel,
versnelt opeens de melodie
tot een lofprijzingssymfonie.
Ver weg antwoordt een wielewaal:
Zo mooi schiep Hij ons allemaal!