In de zomer van het leven
schijnt Gods schijnsel om ons heen,
Hij wil ons met licht omgeven,
aan het strand, in duin en zee,
waar wij reizen reist Hij mee.

Blijven we toch liever thuis,
ook daar vindt Hij Zijn zomerhuis,
Zijn licht schijnt op balkon en tuin,
Hij ziet dat je al lekker bruint
en heerlijk van Zijn zon geniet.

Rusten wij van wat ons bond,
zie het is goed, Hij gunt het ons.
Hij trekt glansrijk met ons op,
als wij waken, als wij dromen
in de opmaat naar Zijn zomer.