Diep in het vennengebied
is het feest.
Éen regenwolk waart er
traagjes rond...
In een lage nevel flaneren
de watervogels.

En dan begint het zomerfeest.
Duizend muggen zweven
òver het verborgen ven.
Het verwarmt zich aan
de eerste zonnestralen.

Met trillende vleugeltjes
glijden ze over
het tintelende watervlak.
Op de tonen van
hun hoogste lied
wervelen ze rond...
en rond...

Statig riet en grillige distels
kijken toe aan de waterkant.

Verscholen in de stilte
luistert de Heer
en zegent dit "vergeten" feest
aan het "verloren" ven.