Waterhoentje in het nauw
met gewonde staart,
roerloos op het erf.
De kat wacht,
een lijster werpt zich op
om af te leiden,
hij woont al jaren
op dezelfde plek.
Geluidloos huilt de bloem
die van Gods zon getuigt,
er roept een kloek,
een kopje buigt.

Dan komt de redder
vol ontferming
die de gewonde draagt,
de lijster prijst
en de kat verjaagt.

De zonnebloem verrijst.