Drenk met uw regen
tot een zegen
ons zomers, verdord
en dorstig land,

dek met uw warmte
komen en gaan
in ons verloren
en kil bestaan,

wil met uw koelte
ons omgeven,
die als een adem
ons doet leven,

laat ons in uw licht
voor U groeien,
naar de hemel toe
openbloeien,

rijp ons tot de oogst
vol in uw hand,
wasdom door de tijd,
vrucht van uw land.