God woont nog in de stilte van het zwijgen.
Nog in de grootheid van Zijn eenzaamheid.
En alle krachten die we daaruit krijgen
juichen van Zijn trouw en majesteit.

Zwijgend staan de bomen en de bloemen
in talen die elk mens nog kan verstaan.
De vlinders dansen God hier te benoemen
en zie de wolken zwijgend komen en weer gaan.

De zee zingt soms haar zwijgzaam lied
en watervallen jubelen zonder een woord.
het ruisend riet, het spreekt toch niet,
toch wordt Gods liefde hier gehoord.

Hij woont nog in de stilte van het zwijgen.
Maar ieder heeft Hem toch gehoord
door 't lied dat onze aarde op laat stijgen,
en door de liefde voor ons in Zijn woord.