Een zekere behoedzaamheid
Werd niet als deugd ervaren
Door winsten werd ik toen verleid
Er waren geen gevaren 

Er waren tekens – soms een hint
Om niet te veel te wagen
Ik sloeg ze alle in de wind
Kon geen kritiek verdragen 

Er kwam een scheurtje in de bel
En barstte weldra open
Nu zit ik lelijk in de knel
M’n tweede huis verkopen 

We stonden nu en dan op rood
Soms voor frivole zaken
Vakantie, trip of nieuwe boot
Het was niet op te maken 

Er werd gereisd – er werd gekocht
Beheerste de gesprekken
De banken zeiden dat het mocht
Een lening zou het dekken 

Ik week dus af van ’t rechte pad
Het waren vette jaren
Ik gaf aan kerk en zendingsblad
En God zou mij bewaren 

Die welvaart was dus toch maar schijn
Al leek mij niets te deren
Maar Bre-de-ro zei voor de gein
Dat het nu eenmaal kan verkeren 

In plaats van een relatiegift
Een kaartje: Beste Wensen
De huizen niet meer in de lift
Teleurgestelde mensen 

De winst op eigen rekening
Vóór dat de beurs zou dalen
De schade toen het niet meer ging
Op anderen verhalen 

De banken raakten ondermijnd
Door onverantwoord lenen
Staan nu nog nauw’lijks overeind
Op bibberende benen 

Ze gaven, net toen niemand keek
Aan ieder zonder dralen
Een veel te hoge hypotheek
Die men niet kon betalen 

Daar gaat de trotse directeur
Zijn functie overbodig
Sluit U van buiten maar de deur
Uw diensten niet meer nodig 

Hij wilde nog een bonus mee
Behalve zijn salaris
Maar de minister zei van nee
Maar of het hiermee klaar is? 

Ik heb me al vaak afgevraagd
Hoe is dit zo gekomen?
Vermogens zo maar weggevaagd
Zoveel geluk ontnomen 

We konden weten vroeg of laat
Dat dit geen stand kon houden
Van overvloed tot overdaad
Voor jongen en voor ouden 

Misschien is dit bedoeld als straf
Dat ik me moet bezinnen
Ben nu gewoon terug bij af
Kan weer opnieuw beginnen 

Gelukkig hij, die inzicht had
En zich niet liet bewerken
Die ook geen regels overtrad
Om aanzien te versterken 

Zal straks Obama voor ons gaan
Om rode zee te splijten?
Of moeten wij voor God gaan staan
En slechts onszelf verwijten?