mijn hart dat mij geen vrede laat
omdat het niet bij de Heere is
omdat het eigen wegen gaat
die ver zijn van de behoudenis,
en waarom dan die wegen gaan
niets geleerd in de Hof van Eden
mijn vijandschap die staat vooraan
in het verleden en het heden

o Heer, hoe moet dat verder gaan
en hoe als ik kom weg te vallen
en in Uw gericht kom te staan
niet leven naar Uw welgevallen
ik weet: ik hoor Uw vonnis aan
en dan ben ik terecht verloren
Heer, laat mij niet verloren gaan
ik bid: laat mij U toebehoren

Heer, ik geef mij aan U over
doe mij wat goed is in Uw ogen
maak mij vrij van die berover
die tegen mij is uitgetogen
om mij ten onder te doen gaan
en totdien ellende wil geven,
als ik straks voor U kom te staan
eist hij de dood voor heel mijn leven

Gij zijt naar Moria gegaan
voor hen die U hebt willen vinden
hun zonden hebt U weggedaan
zo handelt U met al Uw vrinden
Heer, zie mij in Uw gratie aan
anders ben ik terecht verloren,
en voor U kunnen slechts bestaan
wie U koos, die U toebehoren

mijn hart is onrustig in mij
als 'k denk aan de eeuwige dingen
die komen er aan, zo zegt Gij;
Heer, mag ik Uw lof komen zingen
ik belijd aan U mijn zonden
ik kom U om vergeving vragen
mag 'k door U worden gevonden
hier in mijn aardse levensdagen

wil mij rust en vrede geven
voor de tijd en voor de eeuwigheid
dan kan ik hier voor U leven
gedragen door Uw gerechtigheid,
mijn tijden zijn in Uw handen
alle dingen zijn door U bereid
U maakt vrij van alle banden
U loof ik hier en in eeuwigheid

leid mij door het aardse leven
op onze reis alhier door de tijd
wil ons Uw nabijheid geven
op onze weg naar de eeuwigheid
laat ons Sion binnentreden
waar wij Uw schoonheid gaan
aanschouwen
bij U zijn in ' t eeuwig heden
bij U, de Heer, op Wie wij bouwen

bij : Augustinus
       cor nostrum inquietum est
       donec requiescat in Te