Lieve merel,

Vanuit een hoogste boomtop
zing jij het hoogste lied,
haast zonder stop.
Jouw zang verneem ik ergens,
maar ik ontwaar je nergens.
Is er iemand die jou ook zíet?

50 minuten na zonsóndergang,
hoorde ik dat fluiten van jou.
Vanochtend, vóór zonsópgang,
was je ook al 50 minuten in touw.

In dit seizoen
zo intens actief
op en in het groen:
Merelman, ik heb je lief!
Weet je waarom ik van je hou?

Je vertelt ons, opdat men leert,
dat je onze Schepper eert,
die er levenslang is.
Raar dat ik me in dat weten
veel te vaak vergis,
God toch nog kan vergeten.

Lieve Vader, wil dat vogelgeluid
namens mij steeds op laten stijgen
als ik, bezig met andere dingen,
er niet aan toekom U te bezingen.
Het levenstempo doet me hijgen,
maar U redt me er altijd uit!