Ik kijk
nee ik wandel
met mijn ogen
Wonderlijk
zo te staren
naar een rechthoekige hemel

Doorschijnend vlak
ledige lucht
Waar is hij mee verbonden?
Levende adem
ben ik wel verbonden?

Minuten kwartieren
uren verwezen
Gewone tijd slijt
stille tijd blijft
Twee wijzers
houden afstand
Ik wacht op hun samenzijn

Observeren
door de spijlen
Alleen mijn ogen
kunnen vrijuit spelen
Ze tekenen gedachten

Buiten de spijlen
rechte lijnen strakke banen
Streepjesbehang
met een volwassen tint
Voedende kleuren
nergens te bekennen
Geen ochtendrood
of velden lavendelblauw

Langs de strepen
klauter ik omhoog
Twee kinderkopjes vertederen
Gezichten
vertellen verhalen
Werkelijk de ander zien
is luisteren
met je hart
Het oorspronkelijke lied ontmoeten
Voorbij de schone schijn
lost vertekening op

Tragiek
smeult vaak
onder aangepaste blikken
Diepe droefheid
in stilte gedronken
Alleen zwijgen krijgt toegang

Op je zelf staan
gaat hier snel
Dolen zonder hof
Is waggelen
van kastje naar muur
Maar het kruipen blijft

Liefdevolle armen
Geborgenheid
Een kus
die niet verraadt
Daar moet ik zijn
Een bezongen plek
Waar is die poort?

De zinken tobbe
een weldadige bron
Heerlijk spetteren
Geur van onschuld
Vruchten in lauwwarm water

Geen linnen in de kast
maar stapels katoen en wol
Geduldig wachten
op je beurt
Aandacht
reikt niet verder
dan de bovenste lagen

Mijn gehoor op scherp
Zal de klink jaknikken
of kraakt de vloer
om het kamertje heen
Geen deur
klemt naar binnen

Alleen
is terug
naar de spijlen
van mijn jongste bestaan

Mijn aardse stal
wacht op genade
door het kruishout

Hij heeft volbracht

Nieuw ingezonden gedichten