ROSSIQUIEM


Jij was onze stoere rode kater;


van ons samen, vanaf het begin.

Dronk op vreemde plekken water,

'bepáálde', in ons huisgezin.



Kwam jij binnen, liet je het weten

met jouw karakteristieke stem,

bedelend: 'Geef mij nu maar eten'.

En 's nachts legde jij ons steevast klem.



Nu is dat voorgoed verleden;

nooit draai jij nog meer om ons heen.

Oh, wat heb jij nog pijn geleden,

en wat zijn wij nu alleen.



Ja, jij was als een kind voor ons,

15 mooie jaren van ons leven.

De herinneringen staan in brons

gegrift in ons hart; van jou gekregen...

Nieuw ingezonden gedichten