Zo zegt God: Mijn kracht werkt verstandig,
de mens wijkt van mij af, dikwijls onhandig.
Zij weren Mijn Zoon, slaan Hem in 't gezicht,
maar liefdevol schenkt Hij hen toch wel Zijn licht.

Koningen zullen weldra van Hem spreken,
de volken der wereld, zij horen Zijn preken.
Wie schouderophalend Hem toch niet wil zien,
zij houden Zijn aandacht en zorg bovendien.

De vraag blijft:  Wie wil in Jezus geloven ?
Tenslotte kwam Hij van ver, ja heel ver van boven.
Hij was slechts een loot uit der aarde schoot,
maar de arm van de Heer, verbrak zelfs de dood.

Zijn aanzien was pover, Hij leek geen idool,
voor ons speelde Hij nimmer de eerste viool.
Zo 'n Man van smarten.... met ziekten bekend,
werd als Gods Zoon onvoldoende herkend. -

Ik lees in de Bijbel, die woorden staan vast,
Kom aan Mijn tafel, je bent Mijn gast.
En waar ik mag wonen, ik getuig van die Heer,
Hij wordt mij steeds groter; op een dag komt Hij weer !

(n.a.v. Jesaja 52:13  t/m 53: 3 )

Nieuw ingezonden gedichten