Als zilveren linten
in ‘t groene fluweel,
recht gedrapeerd
of als buigende steel.
Voor polderbewoners
een kostbaar juweel.

Op zilveren linten
bewegen zich voort:
zwanen en eenden
door niemand gestoord.
Door polderbewoners
bemint en bekoord.

Langs zilveren linten
groeit lisdod’ en kroos,
kroontjes van lelies
en plomp bolleboos.
Genot in de polder,
verrukt, ademloos.

De zilveren linten
in ’t weidse gebied,
festijn in de polder
voor ieder die ’t ziet.
Bewoners bewegen
en zingen hun lied.

Nieuw ingezonden gedichten