Kastanjebomen al wat bruin,
het windje ritselt in haar kruin,
de zon daagt later op.

De rozen zijn haast uitgebloeid,
een enkeling die ‘t oog nog boeit
en eist je aandacht op.

Een eendenjong verlaat de groep,
ondanks de luide moederroep,
in dik kroos komt een baan.

Klein zwaluwtje vliegt als een speer,
is druk met trainen in de weer,
de uittocht komt eraan.

Een laatste snee, wat vochtig gras,
waar eens een wuivend hooiland was,
Nazomer in ons land.

Seizoenen komen en zij gaan,
zij bieden ons hun schatten aan.
’t Komt alles uit Gods hand.

Genesis 8:22 - Psalm 36:10

Nieuw ingezonden gedichten