Tussen kleurige ballen en glitter
ligt een kind.
Tussen flitslicht en geschitter
ligt een kind.
Tussen kalkoenen en tafels vol eten
ligt een kind.
Alleen en met kertfeest bijna vergeten
wacht stil een kind.

Bij muziek over kaarsen en jingle bell,
schreit zacht een kind.
Het gaat niet meer over Israël
waar men het vindt.
Luidende klokken en zingende koren,
men moet zoeken,
naar een kind, voor ons geboren
gewonden in doeken.

Kerstmannen komen met volle slee,
voor welk kind?
Wijzen brachten hun gaven mee
voor 't koningskind.
Engelen zongen hun mooiste lied,
ter ere van 't kind.
Herders aanbaden wat was geschied;
Het Christuskind.

Waar is onze verwondering gebleven
voor Gods kind?
Het stil en eerbiedig de ere geven
als men het vindt?
Het wonder zo groot en vol pracht,
en een kind
dat in een kribbe stil op ons wacht,
en oneindig bemint.

Nieuw ingezonden gedichten