Waarom is mijn hart zo onrustig in mij,
buig ik mijn hoofd naar de aarde?
Waarom zijn er dagen niet vrolijk en blij
omdat de Heer mij nog spaarde?
Ik verlang naar de rust in mijn leven.
Ik zoek en ik vraag: 'Waar is mijn God?'
Waar is mijn hoop op de Here gebleven,
is dit nu mijn leven, mijn levenslot?

Ik weet van de vroegere dagen,
hoe ik met velen kwam in Gods huis.
Met gezangen en psalmen gedragen.
Ik kwam daar als kind en was thuis.
Nu zeggen de mensen: 'Waar is je geloof?'
Waar is nu de God van je vele gezangen?
Is hij ver weg of horende doof,
waar is de bron van je hoop en verlangen?

Mijn ziel, laat je onrust toch varen.
Wees stil en luister naar de Heer.
Zijn liefde brengt je hart tot bedaren.
Onrustig hart, buig je voor Hem neer.
Hij is je verlosser, de eeuwige God.
Zie naar de kinderen van Israël.
Hij zag naar hen om, in Zijn handen hun lot,
zie naar Gods Zoon, Immanuël.

In het land van de stromende Jordaan
klinkt het lied van Gods liefde en kracht.
Watervloed roept watervloed aan,
de Heer regeert de aarde met macht.
Waarom zou mijn hart nog onrustig zijn?
Ik wil op mijn God blijven hopen.
In eenzaamheid, ziekte en pijn
mag ik aan de hand van mijn verlosser lopen.

Naar psalm 42

Nieuw ingezonden gedichten