De palmboom wil maar groeien,
haar takken hemelwaarts,
met uitgespreide armen,
ver weg van al het aards.
De ceder overtreft haar,
nóg verder naar het licht,
het is of zij als ’t ware,
steeds meer op God zich richt.
De adelaar zweeft hoger,
de warme zon haar doel,
ver boven wind en stormen,
weg van het aards gewoel.

Zo mogen al Gods kinderen,
vruchtbaar leven, fris en groen
en bij ’t klimmen van de jaren,
voor de jeugd niet onderdoen.

Psalm 92:13-16 en Psalm 103:5
N.a.v. van de zondagavonddienst door br. Aart Haverkamp

Nieuw ingezonden gedichten