In een wereld zwart en duister
klonken tonen zachtjes in de kilte.
Als ontdaan van glans en luister
klonk Gods lied door kou en stilte.

Hoor een koor van eng'len in de nacht.
Zongen over vrede, welbehagen.
Van een kind, zo lang verwacht,
van het licht dat nu zal dagen.

'Eer zij God', klonk in de velden.
Zie Gods zoon, als kind geboren.'
't Waren herders die het doorvertelden
aan een ieder die het wilde horen.

't Werd een lied, gedragen door de tijden.
In een wereld, angstig koud en zwart.
Dwars door ziekten en door lijden
kwam dit kind, zoon van Gods hart.

Laten wij de lofzang blijven zingen.
Zie Gods grote liefde, laat het horen.
't Zal het duister eindelijk verdringen.
Zing, want Christus is voor ons geboren.

Nieuw ingezonden gedichten