Eens, in de volheid van de tijd,
heeft God Zijn Zoon gegeven
geboren uit een reine maagd
om zondeloos te leven.
Hij werd in haar een kindje klein
en wilde mens als mensen zijn,
voor hen Zijn leven geven.

De tijd was rijp in Bethlehem,
om Jezus te begroeten,
voorzegd door een profetenstem,
zij zullen Hem ontmoeten.
Een kribbe was zijn plekje hier,
een voederbak voor menig dier,
zó kwam Hij in ons leven.

Toen brak de tijd van lijden aan,
Zijn sterven kwam steeds nader,
om aan het vreselijk kruis te gaan,
verlaten door Zijn Vader.
‘O Heiland, U kwam in de tijd,
heeft mij een eeuwig huis bereid
en al mijn schuld vergeven!’

Galaten 4:4 - Micha 5:1 - Johannes 14:2
Melodie: Ik kniel aan Uwe kribbe neer

Nieuw ingezonden gedichten