't Kleine meisje, vol emotie
knield' eerbiedig naast haar bed.
En daar sprak ze met devotie:
'Lieve Heer, U spreekt met Jet.
Wilt u voor mijn oma zorgen?
Want ze is pas dood gegaan.
De begrafenis is morgen.
Komt U bij haar kistje staan?

Mamma zegt dat ze bij U is
en dat U mijn oma kent.
Zegt U haar dat ik haar erg mis.
'k Hoop dat U haar ook verwent.
Net zo vaak als zij het mij deed,
nou en dat was elke dag.
'k Ben zo blij dat ik van U weet,
dat ik met U praten mag.

Ik wil U nog meer vertellen:
Oma las me altijd voor.
En ik ging haar heel vaak bellen,
dat was heel gezellig hoor.
Is ze nu met opa samen?
Samen bij de lieve Heer?
'k Ga nu slapen en zeg 'amen",
morgen spreek ik U graag weer'.

Jetje moest een paar keer gapen,
het verdriet maakte haar moe.
En toen is ze lief gaan slapen,
mama dekte haar nog toe.
In haar dromen zag ze oma,
in het zwembad hier dichtbij
Daar kreeg Jet haar zwemdiploma
en ze waren samen blij.

Oma vloog toen plots naar boven
en riep: 'Jet, ik ga op reis.
O, wat mooi niet te geloven
dit is vast het paradijs'.
Jet werd wakker, was geschrokken.
Morgen de begrafenis,
oma naar de Heer vertrokken.
En Jet weet waar oma is.