Hoe kan ik Heer’ omschrijven wat ik voel
 Nu tranen in mijn oog als waterbeken
 Ik heb Uw stem zo helder horen spreken
 Ik door genade nu Uw eer bedoel
‘k Versta de bruid die -hoewel zwart- al zei:
Al wat aan Hem is dat is gans begeerlijk
Hoe draagt Hij de banier zo hoog, zo heerlijk
Boven tienduizend. Ja! mijn Liefst' is Hij
Nu zingt mijn ziel, U gaf in ‘t hart meer vreugd,
Dan and'ren in een tijd van rijkdom smaken
Wie kan bij dit gevoel de woorden maken?
Ootmoedig, diep verwonderd en verheugd.  
Zo dikwijls ligt in ‘t klagen ook veel zoet
 Omdat ik daardoor dicht bij U mag wezen!
 Mezelf voor U verneder, U mag vrezen
 Door zonde en mijn aard mij schamen moet. 
Maar U mij des ondanks Uw liefd’ betuigd’
 Nu stamel ik: Hoe geef ik U dan weder
 Wat U mij schenkt, zo liefdevol, zo teder
 Mij ‘t hart verbreekt, in ootmoed voor U buigt. 
Eens zal ik U mijn dankerkentenis
 Volmaakt en zonder stoppen eeuwig zingen
 U danken voor Uw liefd’ en zegeningen
Heer’ Jezus! Dat dit spoedig voor mij is!
                    
-