In de kamer van mijn leven
werk en denk ik voortdurend

buiten klinken voetstappen
er wordt aan de deur geklopt
Jezus de sterke Heiland
staat buiten wil mijn gast zijn

met diep ontzag kom ik nader
druk langzaam op de klink
met vragende schuldgevoelens
mijn hand voelt zwaar aan

door de kier schijnt stralend licht
omgeeft de Redder der mensheid
die vol genade binnen treedt
met mij aan tafel zit
de maaltijd zegent
van eeuwige voedingswaarde.