Waar God verbood in ’t oud Verbond*
‘t bloed waarin zich de ziel bevond -
dat men dit bloed niet eten mocht,
is ’t nu door Vlees en Bloed gekocht.

Op de Tafel van het Avondmaal
ligt blank het brood op ’n zilveren schaal,
en in de kelk fonkelt de wijn
als beeld van Jezus' Bloedfontein.

Het breken van het witte brood -
aangrijpend wijst dit naar de dood
die Jezus aan het kruishout stierf,
waarmee Hij zaligheid verwierf.

De beker die wordt doorgegeven -
bloedrood verwijst de wijn naar ’t Leven,
hier klinkt het: “Neemt en drinkt hieruit
dit is Mijn bloed voor u, Mijn bruid.

Ik gaf Mijn leven ook voor u,
Ik stierf uw dood, Ik verzegel nu
Mijn liefde die oneindig is -
u wacht een eeuwige erfenis."

Zoals brood en wijn zijn ingenomen
en door het lichaam opgenomen -
is ook de onverbrekelijkheid
tussen God en mens in eeuwigheid.


* Oude Testament

Leviticus 17:10-14 | Johannes 6:53 | Mattheüs 26:26-27 | Eféze 2:13