Als blanco blad ben ik gegroeid,
de levensboom, soms in gesnoeid
heeft alle sappen ingedronken…
Ik voel de kracht in alle tronken,
ik draag mijn vruchten onvermoeid.
 
Ik prijs de dag dat ik ging leven,
in tijdsbepaling is ’t slechts even!
Maar elke dag, ja ieder uur
is ’t leven waardevol en duur.
Ik word er steeds meer in bedreven.
 
Die gave Gods kreeg ik om niet.
Wie is zo blind dat hij niet ziet
de zonnestralen hier beneden,
de mens leert goed zijn en tevreden,
hem opheft boven aards verdriet ! ?
…………………………………………………………