Dood, duisternis, het onbekende, leegte.
Het bekende, gekende verdwenen.
Verdwenen: materie, massa,
gewicht, ruimte en ook tijd.
Wat rest dan van mij?
 
Ik heb vorm en gewicht,
Ik ben materie, stoffelijk.
En inhoud, heb ik inhoud?
Heeft mijn leven hier en nu,
in ruimte en tijd, inhoud, zin?
 
Mijn agenda is gevuld,
de hele dag mijn bezig zijn
met wonen, eten en drinken,
met vergaren, vermeerderen
van bezit, plezier, informatie.
 
Wat breng ik bijeen?
Neem ik iets ervan mee
over die levensgrens,
onbekende sprong
in het duister?
 
Wat heb ik,
als mijn tijd stopt,
te bieden dan leegte?
Alles is toch ijdelheid?
Wat blijft is enkel leegte.
 
Als ik dát wegdoe
wat nu lijkt te vullen,
lucht, leegte open stel
voor het goddelijk licht,
zal Gods Licht mij vullen,
in mij geboren worden,
mijn nacht tot dag zijn
als levenslicht vliedt:
sprong in het Licht.

Prediker 1:2,3,8,11,20,22-24 | 1 Cor. 15:50-57 
2005 (n.a.v. gedachten in 2000 over 'Sprong in het duister' door Peter Koelewijn)