we leven hier als mensen op de aarde;
dat we hier zijn, dat is niet voor altijd
we wandelden met God in Eden’s gaarde
we houden kennis aan die heerlijkheid

maar velen willen daar niet meer van weten
ze gaan hun weg, en leven zonder Hem
wordt dan de Heere hier op aard’ vergeten
en is er geen gehoor meer voor Zijn stem

Heer, hoe moet het dan met ons allen verder,
met onze kind’ren, nu en voor alsdan,
wij zijn Uw schapen, Gij zijt onze Herder

van wie Ik inschrijf, zal niet één ontbreken
’t is een schare die niemand tellen kan
eeuwig bij Mij, komend uit alle streken

bij : Johannes 6 : 66 - 69;
Openbaring 7 : 9 en 10