Wie ben ik,
dat er een God aan mij denkt.
Wie ben ik,
dat een God liefde aan mij schenkt.

Wie ben ik,
dat er iemand mij liefheeft,
Wie ben ik,
dat die God mij genade geeft.

Wie ben ik,
ik een zondig mens,
Wie ben ik,
Jezus is mijn wens.