uit Ethiopië was hij gekomen
minister van financiën was hij daar
't gaan naar God's huis had hij zich voorgenomen
ook al was die reis naar Sion lang en zwaar

en hij was in Jerusalem gekomen
daar, in de Tempel, had hij God gebeden
in Zijn voorhoven, zo was ' t voorgenomen
door hem, die nu van daar was weggereden

met de boekrol van Jesaja in de hand
op weg naar huis, in de richting van Gaza
een weg die bekend stond als woest in dat land
en hij keek Jesaja drie en vijftig na

verstaat gij ook wat gij leest, dat vroeg aan hem
Filippus, die had God aan hem gezonden
en de kamerheer hoorde graag naar die stem:
hij zocht naar God, en God had hem gevonden

over het Lam van God, sprak Filippus hem
Hij, Die op Moria zei: "het is volbracht"
Die De Koning zal zijn in Jerusalem
aan Hem is alle glorie en alle macht

Jezus Christus is mijn Heiland en mijn Heer
wat verhindert mij nog om ten doop te gaan
ik zie daar fris water in een klein bergmeer
ik zal daar ondergaan en met Hem opstaan

zo is het op die dag daar toen ook gegaan:
God had hem gevonden, en ingeschreven
-en moge ook onze naam daar komen staan-
in ' t Boek van het Lam, ' t boek van 't eeuwig leven

hij ging zijn weg met blijdschap, die kamerheer
hij had Jerusalem mogen betreden
wij zien hem in God' s gratie in Sion weer
bij onze Heere, in Zijn Stad der Steden

bij : Handelingen 8 : 26 - 40