er is een Stad waarbij de muren
de poorten hebben aan vier zijden
in het noorden en in het zuiden
in oost en in west, voor alle tijden

vier poorten om de Stad in te gaan:
naar de noordpoort toe zijn er wegen
anderen komen uit oost of west
en zie ook de zuidpoort gelegen

het noorden: door storm voortgedreven
en zo kan het ook met ons hart gaan
verzet tegen de Heer kan groot zijn
maar Zijn roepstem kan men niet weerstaan

en hoe ligt het dan met het oosten
waar er verzengende hitte is:
na een reis vanuit de woestijnen
is daar de Stad met God's lafenis

het westen geeft het gelijkmatig
een zachte zeewind koelt de wegen
die men reizend door het leven gaat
met soms voor hen een milde regen

en dan is er het lief'lijk zuiden
van waaruit men optrekt naar de Stad
en men hier zijn weg met blijdschap reist 
naar de stad die God verkoren had

zo ziet men langs vier wegen komen
allen die Hij heeft willen vinden
pelgrims die naar de Heilsstad stromen
God rekent hen tot Zijn beminden

bij : Jerusalem dat ik bemin
       wij treden uwe poorten in;
       Psalm 122