Geen mens mag hij worden
gevonden wordt hij
drijvend op het water van de dood
geadopteerd door onderdrukkers
leert de taal van de sterken.
 
Met geweld wil hij recht doen
zijn volksgenoten bijstaan
hen redden uit de slavernij.
 
Vluchten moet hij
naar niemandsland
vindt er geluk in het alledaagse
herdert er schapen.
 
Maar uit heilig vuur
roept een nog vreemde stem,
sloopt zijn opgebouwde zekerheid.
‘Ik heb mijn volk gezien
leidt hen uit hun slavernij’.
 
En Ik zal er zijn
jou leren de taal van liefde
Mijn zwakte.
Mens en medemens zul je zijn  
drager van het ‘beeld’ dat Ik bedoel.