Een aarde woest en leeg
Werd tot een tuin vol leven
Die ook nog mensen kreeg,
Pachters door God gegeven.
 
Ze zaaien, maaien wel
Ze werken hard op ’t veld
of met een hersencel;
oogsten meer of minder geld.
 
Trots zijn ze bovendien
Ze hebben zo veel bereikt.
Maar minder wordt gezien
Dat God veel heeft aangereikt.
 
Daarom dus dankdag; één dag per jaar
Niet alles op jezelf betrekken.
Want Hij zette alles voor ons klaar
Wij moesten het alleen ontdekken.