God, toen U nog God was,
Schepper, Mysterie, Majesteit,
oordelend op Uw wolkentroon,
ongezien in alles aanwezig
met alziend oog,
eerbetoon, eerbewijs,
eredienst verlangend,
toen was U overal,
onhoorbaar ver
voor mij.

Nu U mij tot Vader bent,
Uw Zoon vriend en broeder,
Uw Geest de trooster,
nu hoor ik Uw stem,
Uw uitnodiging,
Uw leiding.

Nu ik als een kind loop aan Uw hand
hoor ik U in mijn hart, geest en ziel.

Zoals bloemengeuren, ongezien,
gebulder van branding, zo luid,
fladderen van vlinders, zo stil,
doet U mij van U verstaan,
U werd me zo nabij.

2004 Van religie via ongeloof tot leven gekomen{jcomments on}