Het gebed komt wellicht ongedwongen
in je hart, met doordachte betuiging
of vragen als onderworpen buiging,
soms een lofprijzing, geestdriftig gezongen.

Vijandig lot heeft dolende tongen,
brengt door sterke, misschien zoete zuiging
het geloof onder harde aftuiging:
behoefte aan bidden wordt verdrongen.

Nijd, moeite en zorgen kunnen het leven
beloeren, benauwen, zwaar beproeven,
doen het vertrouwen op God vaak beven.

Vurig bidden zal men vooral behoeven
als de stemming zich daar niet aan wil geven:
de kunst om krachtig smeken te proeven.