Heer, ik ben hier in mijn levensdagen
U hebt eeuwigheid in ons hart gelegd
maar onze aardse jaren bedragen:
zeventig of tachtig jaar, is gezegd

mijn tijden Heer, ze zijn in Uw handen
en wat U doet, dat is van eeuwigheid
wil mij dan, o Heer, bij U doen landen
aan Kanaan's zijde, door U bereid

wil mij brengen naar de Stad der Steden
daar bent U gestorven en opgestaan
ik zal door haar gouden poorten treden
en zal naar U, mijn Heer en Koning, gaan

daar zullen wij blij en rondom U staan
Gij onze Heer, Koning der Koningen
Die aan al het recht van God hebt voldaan
zie, hemel en aard' die U bezingen

mag ik bij U leven, alle dagen
dat gebed hebt U in mijn hart gelegd
geef ons, o Heer, naar Uw welbehagen
blijde gratie, naar Uw Koninklijk recht

bij: Psalm 116 : 16 – 19