de herfst verrast ons met de kleuren
die bos en veld en akkers tonen
en bloemen die nog volop fleuren
rondom de plaatsen waar wij wonen

daarna gaat het naar de winter heen
als ware dat het eind van ’t leven
met stilte en kilte om ons heen,
maar ‘t zal een nieuwe lente geven

in al haar pracht, met al haar kleuren
en vol verwachting voor het leven
met zonlicht en met zomergeuren
en blijheid die de Heer wil geven

die er toen was, in het paradijs
bestemd om daar eeuwig te leven
en te zingen op de hoogste wijs
in heerlijkheid die Hij wil geven

en zo gaan wij door ‘t aardse leven
moge het vol zijn met zonneschijn
al zal het dat niet altijd geven
soms voeren wegen door een ravijn

maar ook als ik moet gaan door dalen
dan is de Heere niet ver van mij
ik ben op weg naar Sions’s zalen
wat er ook is, Hij is mij nabij

Sion verrast ons met haar kleuren
Hij zal ons Jerusalem tonen
waar de paradijsbloemen geuren
eeuwig zullen wij bij Hem wonen

bij: Psalm 23 : 4 en 6;
Jesaja 33 : 20 en 21 A