De hemel heeft geen deuren, neen,
de hemel is van God.
De hemel kent geen binnenplaats,
de hemel heeft geen slot.

De hemel is een Paradijs,
de hemel waar God woont.
De hemel is vol zonneschijn,
de hemel waar Hij troont.

De hemel is zo eindeloos,
de hemel is zo groot.
De hemel geeft aan Heiligen plaats,
de hemel, na de dood.

De hemel is uitzonderlijk,
de hemel….plaats van vreê,
De hemel is geen fantasie,
de hemel speelt écht mee.

De hemel is de plaats waar God
en al de Engelen zijn.
Wie ’t op de aarde al gelooft,
zal ook dáár boven zijn.

De hemel is een plaats van troost,
de hemel na de aard’….,
De hemel is door  God gemaakt,
hier wordt Gods kind bewaard !