Waar Gods liefde woont ( voor René )

Ver, heel ver weg in het verschiet,
verblijft dat deel van mijn bestaan,
waar, als Hij het mij ëëns gebiedt,
ik daar voor zeker heen zal gaan.

De oorzaak kan ik niet bepalen,
wël dat ik weer ben uitgezonden,
om Gods akkers in te zaaien en,
met mijzelf weer wordt verbonden.

Dit is ontworpen naar de wetten,
en naar maatstaf reeds beoordeeld,
naar eigen inbreng niet te zetten,
en krijg de tijd die mij is toebedeeld.

Ondoorgrond'lijk zijn Gods werken,
gehoorzaamheid die wordt beloond,
je geest verrijkt om aan te sterken,
om te verblijven waar Gods liefde woont.

Ik denk zo zijn wij kosmisch reizend,
een ander land een ander licht,
Steeds Gods bedoeling overpeinzend,
tót het verschijnen voor Zijn aangezicht.
Anton van der Haar