de Schrift spreekt van tijden buiten de tijd 
tijd zonder begin en zonder einde
de aardse tijd gaat naar die eeuwigheid
waar U bent, Schepper van al het zijnde

wij gaan toe naar die tijd zonder tijden
daar zal geen avond zijn en ook geen nacht
maar vrede en vreugd die ‘t hart verblijden
in Uw Stad Sion waar U ons verwacht

ik weet dat wat God doet, voor eeuwig is
Hij laat niet gaan het werk van Zijn handen
Hij voorziet in onze behoudenis

de Heer leidt ons Zelf door de aardse tijd
naar Kanaäns Koninklijke landen
om bij Hem te zijn tot in eeuwigheid

bij: Openbaring 21 : 25; Jesaja 35 : 10;
Prediker 3 : 14 en 15;
I Thessalonicenzen 4 : 17 B