op zondag hoop ik naar de kerk te gaan;
dat is een dag, waarop de klokken luiden,
om blij en dankbaar er voor klaar te staan,
te vieren, wat hun blijde klanken duiden

zij roepen op, om naar Gods huis te gaan,
en daar de Heer te bidden en te danken,
en bij het zingen, voor God op te staan;
het orgel ondersteunt de zang met klanken

wat in de Schriften staat, wordt daar gehoord,
het is tot leidraad en tot troost in ’t leven;
het staat voor ons beschreven in het Woord:
het Boek der Boeken, dat ons is gegeven

het geeft ons moed, om verder hier te gaan,
het leven heeft een doel voor ons op aarde:
om voor God en de naaste in te staan,
talenten te gebruiken; dat heeft waarde

na onze dagen volgt de eeuwigheid,
dat brengt een eind aan onze aardse dagen:
de Heere komt, met grote heerlijkheid,
daar geeft Hij antwoord op al onze vragen

op Zijn Dag hoop ik naar Hem toe te gaan,
dat is De Dag, voor klokken, vol met klanken;
blij zullen wij Die Dag er klaar voor staan:
de Heer, in Sion, eeuwig blij te danken

bij Psalm 116, slot