In een stal, een stille nacht,
werd door God een Kind gebracht,
Kind van Liefde lang verwacht,
stralend in Gods licht vol pracht.

Licht dat Hij de wereld bracht,
waar Hij ging, werd leed verzacht,
menigeen soelaas gebracht,
helend, gevend, kwaad ontkracht.

Toch werd Hij ter dood gebracht,
aan een kruis, verguisd, veracht,
nòg vergaf Hij zonder klacht,
had op aard Zijn werk "volbracht".

Hoe het kwaad ook heeft getracht,
duisternis verloor zijn macht,
Hij stond op in eeuw'ge pracht,
licht van Liefde was Zijn kracht.

Liefde is Gods hoogste macht,
deel die wonderbare kracht,
verlicht ieder met zijn pracht,
't Licht zal stràlen op Kerstnacht.