U, redder van ons leven,
als Kind aan ons gegeven,
U, wonder levensgroot,
U redt ons door uw dood.
Het is haast om te huilen,
maar, Heer, wie bij U schuilen,
wie met en voor U leeft,
wie U vergeven heeft,
wilt U weer uitzicht geven
het licht om in te leven.
U laat ons niet verdrinken,
niet in het niets verzinken.
Nu en in eeuwigheid
wilt U ons nooit meer kwijt.