God geeft het groene gras,
de bomen en de vruchten.
De mensen staan er hoopvol bij,
wie goed hoort, hoort hen zuchten.
 
“God…is dit allemaal voor mij,
Uw wijngaard, Uw domeinen ?
Bent U  het die de wens voldoet,
misschien ook wel de mijne ?
 
Ik kan er haast niet bij,  o Heer
Ik hoor mijn oren tuiten.
Bent U God…heerser in ’t heelal,
Die alles doet ontspruiten ?
 
Geeft U het leven, de natuur,
en laat U alles bloeien ?
Maar God, hoe kan het dan bestaan,
dat mensen daarmee knoeien ?
 
Uw almacht bracht de bergen voort,
de heuvels en de dalen…..
Wie U niet kent, wat mist die veel,
de  Bijbelse verhalen !
 
Tot aan vandaag spreekt U Uw woord,
door knechten en profeten.
Zij voelen wat U heeft bedoeld,
en laten het ons weten !
 
Geef, Schepper van ons aards bestaan,
ons als ’t U blieft nog zegen.
Want wij belijden onze schuld:
wij werken U veel tegen.
 
Abortus staat in onze wet,
en in ons handelen geschreven.
Wij maken dood wat levend is….
O God, wat hebben wij misdreven ??”
 
-----------------------------------------------------